Inleiding

 

Voor niet-genealogen of stamboomonderzoekers is een familiegeschiedenis een leuke bron om meer te weten te komen over hun familie en voorouders, ze begrijpen echter niet waarom iemand jarenlang onderzoek doet. Vooral voorouders van honderden jaren terug vormen een abstract begrip. Iemand die voor het eerst in een archief komt en op de goede weg wordt geholpen, zal "gegrepen" worden door de leuke zaken die aan het licht gebracht worden. Er is in de archieven bijzonder veel bewaard gebleven.

Het werd mij al snel duidelijk dat ik voor onderzoek naar mijn eigen familienaam, stammend uit Friesland, onvoldoende mogelijkheden had. Daarom koos ik voor de familie van mijn oma Warmenhoven. Al de eerste dag vond ik vele gegevens in de doop-, trouw- en begraafboeken van de kerken (de zogenaamde DTB-boeken, aanwezig in het Nationaal Archief, voorheen het Algemeen Rijksarchief in Den Haag) en ook daarna liep het met de "vondsten". Teruggaand tot het jaar 1600 is alles nog te doen. Dan komt het Notarieel Archief en moet er oud-Nederlands schrift geleerd worden. In dit archief (het Oud-Archief van de Gemeente Leiden) bevindt zich veel materiaal over de familie Warmenhoven. Nog verder terug gaat het Rechterlijk Archief in het Algemeen Rijksarchief in 's-Gravenhage, thans het Nationaal Archief geheten. Ook daar doet zich het probleem voor dat de teksten van voor 1650 slecht leesbaar worden voor wie geen oud-Nederlands schrift beheerst. Dan zijn er nog de bronnen van het Oud-Archief Rijnland en die van de Gemeente Noordwijk waarin vele wetenswaardigheden werden gevonden. Helaas kan hieruit door tijdgebrek niet veel vermeld worden.


Abdij Leeuwenhorst

Het oudste bronnenmateriaal komt uit de huurboeken van het Klooster Leeuwenhorst; dit vormt het grootste deel van dit manuscript.


Binnenplaats van de Abdij

In de teksten worden geldmunten gebruikt die tegenwoordig voor ons geen betekenis meer hebben. Verder werd het bedrag dat in de boeken van Leeuwenhorst verantwoord staat weergegeven in zogenaamde rekeneenheden b.v. het pond, de schelling en denieren. Een pond paeyment bestond uit 20 schellingen, de schelling was weer verdeeld in 12 denieren. Een aantal munten zijn soms cursief weergegeven, geïnteresseerden kunnen het boek van H. Enno van Gelder betreffende munten[1] raadplegen.

Ook oppervlakten van grond werd in vroegere tijden anders weergegeven. Mogelijk is de voet (31 cm) nog bekend. Vroeger waren dit morgen, roeden en honden. 1 Morgen en 2 hont komt ongeveer overeen met een hectare, 1 morgen is gelijk aan 600 vierkante roeden, 1 roe is gelijk aan 100 hont.

In de tekst gebruikte afkortingen:
GANw= Gemeente Archief Noordwijk
GAL= Gemeente Archief Leiden
RANw= Rechterlijk Archief Noordwijk
RAZh= Rijksarchief, nu Nationaal Archief in Den Haag
Lwh= Archief Leeuwenhorst
Inv.= Inventaris
fol.= folio / pagina
OAR= Oud-Archief Rijnland
Nw= Noordwijk
Nwh= Noordwijkerhout
v= verso / ommezijde
Vh= Voorhout


[1] H.E. van Gelder, De Nederlandse Munten, Utrecht/Antwerpen 1965